Nadat Robby, Nauru en de jongedame weg waren zocht Migean connectie met de zwarte panter die al een drietal maanden met hem meereisde.
Hij vond haar, ze zat in een boom niet ver weg. Hij gaf haar het beeld door van orks in planten en gaf haar een waarschijnlijk voor de zwarte draak. Hij voelde hoe ze uit de boom sprong en richting hem en de orks liep.
Hijzelf liep voorbij de orks in de planten, ze zaten nog altijd vast. Hij hoorde achter zich hoe de panter de keel doorboorde van een van hen. Hij maakte zichzelf klaar en rende naar voor richting een kleine heuvel, eenmaal op de heuvel zag hij de aankomende orks en een ruiter, heel dichtbij, met een sprong bevond Migean zich in de lucht naast de ruiter wiens hoofd over de grond rolde.
Een tweede slag van zijn katana haalde twee andere orks open. Daarna stak hij zijn zwaard door drie orks op hetzelfde moment. Nog steeds liepen ze niet weg. Hij duwde de drie dode van zijn zwaard en ving een slag op van een orkzwaard, het orkzwaard brak in stukken op de dwergstalen katana.
Migean keek de overige vijf orks aan, hij hield zijn linker handpalm naar hen en fluisterde enkele woorden, een vlam verspreide zich over de handpalm en vormde een muur die door de orks gingen. In paniek renden ze door elkaar terwijl Migean ze één voor één doodstak.
Hij draaide zich om en keek recht in de ogen van de jonge zwarte draak, ze maakte zich klaar om te spugen, op tijd hield hij zijn hand voor zich en fluisterde weer de magische woorden, vuur liet het zuur opbranden dat de draak uitspuwde.
Hij keek haar aan, in de ogen, geen vrees, hij nam een aanloop, zij liep op hem, zijn zwaard sleepte op de grond, zij sprong, hij haalde zijn zwaard naar boven en sneed haar vanaf de nek in twee.
Zuur borelde uit de draak en verschroeide de aarde onder haar. Migean maakte zijn katana proper in het gras. Hij hoopte gauw een riviertje te vinden waar hij de katana kon afspoelen. Dwergenstaal was krachtig, maar drakenzuur is dat ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten